Afgelopen week verscheen het interview van José Berkers en Catherine van heest in de berichtgeving van de SBLP. Paul Houkes heeft beide dames geïnterviewd over de komst van EviCare. Wij delen dit interview graag met jou.
‘We weten dat wat we doen goed is, kom maar op!’
Er is maandenlang keihard aan gewerkt, veel mensen hebben een bijdrage geleverd en meegekeken, en langzamerhand kunnen de ontwikkelaars zeggen: het is klaar. Althans, in de eerste versie, want software, daar blijf je ook na de lancering aan werken.
Maar het kindje is er en het heet EviCare. Een programma dat vooral als doel heeft om inzichtelijk te maken wat de resultaten zijn van de complementaire zorg. Ook SBLP-therapeuten kunnen er hun voordeel mee doen. MK-lid José Berkers was nauw bij de ontwikkeling betrokken. Ze schreef er in de afgelopen tijd ook geregeld over in deze nieuwsbrief.
EviCare is nu officieel gelanceerd, al is dat in deze coronacrisis nog niet met feestelijkheden gepaard gegaan. Reden genoeg voor een gesprek met Catherine van Heest, initiatiefnemer van het project, en met onze José.
Care for Women
Catherine is al jaren actief op het gebied van kwaliteitsonderzoek voor therapeuten. Dat deed ze binnen Care for Women, het door haar opgezette netwerk van praktijken die zich specialiseren in de zorg voor vrouwen. „Ik voel me al heel lang betrokken bij de zorg voor vrouwen. In het begin ging dat voornamelijk over klachten die met de overgang te maken hebben. Binnen de 150 praktijken in dat netwerk wordt al gebruik gemaakt van een systeem om de resultaten van de behandelingen inzichtelijk te maken. Daar is EviCare uit voorgekomen.”
Ook binnen onze sector in de complementaire zorg is al langere tijd behoefte aan een systeem waarmee we de kwaliteit van de behandelingen naar buiten toe kunnen laten zien.
José Berkers: „Binnen de SBLP willen we dat al lange tijd. In het verleden hebben wel enkele studenten onderzoek gedaan naar het effect van de behandelingen, maar een systeem waarmee we permanent kunnen me ten wat we doen werd steeds weer vooruitgeschoven. Toen werden we geconfronteerd met de Wkkgz en van daaruit ontstond CAM-COOP. Op dat moment groeide steeds meer de wens om de beschikking te hebben over een kwaliteitsinstrument.”
Catherine sloot zich in die periode met Care for Women ook aan bij CAM-COOP, en zo ontstond het contact over de ontwikkeling van een programma, gebaseerd op de ervaringen die zij er al mee had.
Denktank
Catherine: „We zijn met een stuk of zes verenigingen gaan nadenken wat er precies nodig was. Ons programma was heel specifiek voor Care for Women, dus we zijn samen met de mensen in de denktank opnieuw begonnen. Maar de eerdere ervaringen konden we daar wel in meenemen: er waren allerlei valkuilen waar we niet meer in hoefden te stappen.”
Het grootste karwei in die periode was de inventarisatie van de precieze behoefte en het samenstellen van de vragenlijsten, die de kern van het programma vormen en die ook de basis zijn voor het meten van de effectiviteit. José Berkers is daar voor de SBLP, samen met enkele andere collega’s in een klankbordgroep, nauw bij betrokken geweest. Alle wensen en behoeften zijn vervolgens door een IT-bedrijf in het programma ingebouwd.
José: „En toen was het programma in december ineens klaar. Toen dacht ik: potverdikkie, daar is het kind!”
Cliëntendossier
EviCare is opgezet als elektronisch cliëntendossier, waarmee therapeuten consultregistratie, administratie, facturatie, agendabeheer en nog veel meer praktijkzaken kunnen doen. In zoverre verschilt het programma niet veel van andere praktijksoftware. De belangrijkste functie is echter het volledig kunnen volgen en zichtbaar maken van de resultaten van de behandelingen. Cliënten vullen voorafgaand aan een behandeling een lijst in, waarmee ze de ernst van hun klacht of probleem vastleggen. Voorafgaand aan het volgende consult doen ze dit opnieuw.
EviCare vergelijkt het eerste consult met de resultaten na de volgende sessie en daarmee wordt de effectiviteit van de behandeling zichtbaar. Ook de therapeut legt zijn verslagen vast in het systeem. Aan de hand van de meldingen van de cliënt kan hij de volgende sessie voorbereiden en de behandeling specifiek afstemmen op de resultaten uit de eerste behandeling. Dat bevordert de kwaliteit en effectiviteit van de behandeling.
Omdat wordt gewerkt met lijsten die volledig op de SBLP zijn afgestemd, is het mogelijk om van al deze informatie geanonimiseerde rapporten te genereren, die het effect van de behandelingen zichtbaar maken. In deze rapporten zijn de therapeut en de cliënt niet herleidbaar. Op die manier wordt het dus een kwaliteitssysteem, dat ook naar buiten toe kan laten zien dat wat we doen goed werkt. En dat is hard nodig, vindt José. „We mogen trots zijn op ons werk. Hiermee krijgen we een kans om dat ook helder te maken. We weten dat het goed is wat we doen, dus kom maar op!”
Effectiviteit
Maar ook voor de individuele therapeut is het belangrijk om de uitkomst van de eigen behandelingen te kunnen zien, zegt Catherine. „Therapeuten zijn nieuwsgierig naar hun eigen effectiviteit. Daar krijgen ze met dit systeem alle informatie over. Daarnaast het gaat er vooral om dat de complementaire zorg beter zichtbaar wordt. Van de 17,3 miljoen Nederlanders maken er nog geen twee miljoen gebruik van. Als meer bekend wordt wat we doen en wat daar de resultaten van zijn, dan krijgen veel meer mensen de mogelijkheid om soms voor de reguliere zorg, en op een ander moment voor een complementaire behandeling te kiezen.”
Na de stille lancering zijn direct enkele SBLP-collega’s het programma gaan gebruiken. José Berkers hoopt dat het er snel meer zullen worden. „Misschien zal blijken dat collega’s die al lang een grote praktijk hebben, niet meer zo snel zullen instappen. Daarom verwacht ik vooral veel van de groep jonge therapeuten die net met hun praktijk zijn begonnen of die bezig zijn met afstuderen. Die zullen vermoedelijk eerder geneigd zijn om ermee aan de slag te gaan. En als er eenmaal twintig of meer gebruikers zijn, dan spreekt het zich wel rond in de intervisiegroepen en de regiobijeenkomsten.”
Niet verplicht
Verplicht zal het gebruik van het programma niet worden. „We willen hier met elkaar een succes van maken, dan heb je geen dwang nodig”, zegt Catherine. „Ik heb hier een jaar lang knetterhard aan gewerkt, omdat ik echt hoop dat we de complementaire zorg zo beter op de kaart kunnen zetten. Het mooiste is dat dit niet door een of ander IT-bedrijf is gemaakt, maar dat we dit als therapeuten met elkaar hebben ontwikkeld.”